De missie
In 2000 begonnen we Valsplat met een missie: de digitale wereld menselijk maken. En dat is nu belangrijker dan ooit: digitalisering gaat supersnel, en niet iedereen kan het bijbenen. Wij geloven in de kracht van technologie, maar we zien ook de keerzijde. De valkuilen. En juist daarom gebruiken we onze kennis, ervaring en creativiteit om positieve impact te maken – zodat echt iedereen kan meedoen in de digitale toekomst.
Deze uitdagingen pakken we graag samen aan
-
De digitale kloof
Miljoenen mensen worden buitengesloten. Hoe dichten we de digitale kloof?
-
Gezond omgaan met technologie
Technologie heeft ons in haar greep. Hoe maken we onze relatie met technologie weer gezond?
-
Een open digitale samenleving
Vertrouwen staat op het spel. Hoe maken we de digitale wereld open en eerlijk?
-
Een sterk publiek domein
Het publieke domein is een digitaal doolhof. Hoe maken we publieke diensten menselijk?
-
Duurzaam kiezen
De tijd dringt. Hoe maken we duurzame keuzes aantrekkelijk?
-
Mensen verbinden
De samenleving raakt steeds verder verdeeld. Hoe brengen we mensen bij elkaar?
Hoe kunnen we je helpen?
Wil je je doelgroep beter begrijpen, je product verbeteren of iets nieuws lanceren? Wij helpen je kansen te ontdekken en een mensgerichte cultuur te bouwen. Lees hoe we dat doen

Ons verhaal
Technologie heeft ons altijd al gefascineerd. Stereotorens, videorecorders, computers, mobiele telefoons. We onderzochten wat we ermee konden, we haalden ze uit elkaar. En we waren er altijd net wat eerder en fanatieker mee bezig dan onze leeftijdsgenoten. Waar anderen alleen op computers speelden, sleutelden wij eraan. We kochten losse onderdelen. We programmeerden software om ons schoolwerk makkelijker te maken. We gebruikten onze computers als gereedschap om muziek te produceren en flyers en posters vorm te geven. Ergens op de middelbare school vonden wij (Joris en Nils, oprichters van Valsplat) elkaar in die gedeelde liefde voor digitale technologie en creativiteit.
De menselijke maat verdwijnt steeds verder naar de achtergrond.
We zijn nog steeds weg van tech. Van alles dat een scherm en knoppen heeft. We volgen de nieuwste productlanceringen en willen alles meteen uitproberen. We geloven in de kansen die de digitale revolutie biedt. Maar hoeveel we ook van technologie houden en hoe graag we er ook mee bezig zijn, soms zouden we best even weg willen van tech. Want er is ook een keerzijde. We zijn verslaafd. We vinden het lastig om van onze telefoon af te blijven. We kijken nog even één – nee twee – extra afleveringen van onze favoriete serie. Ook als we eigenlijk geen tijd hebben. We zien ook hoe onze kinderen ermee omgaan. Hoe bedrijven proberen online zo veel mogelijk van onze aandacht af te snoepen. Hoe de snel veranderende (digitale) wereld mensen achterlaat die het niet meer kunnen bijbenen. Dat begon bij onze opa’s en oma’s die de afstandsbediening van de televisie niet begrepen. Bij onze ouders die bij ons thuis het licht niet meer kunnen bedienen. En we zien het steeds vaker bij mensen van onze eigen leeftijd. De trein der digitalisering dendert voort en verwacht dat iedereen aan boord blijft. Pas je aan of blijf achter. We zien hoe fouten en biases in algoritmes levens verwoesten. Kortom: de menselijke maat verdwijnt steeds verder naar de achtergrond.
En die menselijke maat in technologie, dat is precies waar het voor ons om draaide toen we in 2000 in een werfkelder in Utrecht met Valsplat begonnen. De digitale wereld was nog jong, wij ook. De uitdagingen waren te overzien. Het was de periode dat iedereen iets wilde met die interessante nieuwe technologie, maar er nog niet echt verdienmodellen waren. Mensen keken uit enthousiasme puur naar de technologie of het gelikte ontwerp, naar wat er allemaal kón. Ontwerpers waren nog nauwelijks bezig met de menselijke kant, en organisaties niet met de waarde voor de eindgebruiker. Misschien weet je het nog: websites waren eigenlijk gewoon digitale brochures. Eerst vooral met tekst en links, maar al snel werd het druk en flashy – veel te flashy. Niemand stond echt stil bij het feit dat er aan de andere kant van het scherm iemand zat die ermee uit de voeten moest kunnen: de klant, of de gebruiker. Daar pakten wij een rol. We deden onderzoek met eindgebruikers en pasten wat we leerden toe in onze ontwerpen. We hielden organisaties een spiegel voor en lieten ze naar hun digitale zelf kijken, vanuit het perspectief van gebruikers.
De digitale wereld is koud, hard en zakelijk geworden. En dat doet ons pijn.
Ondertussen zijn we 25 jaar verder. Tech heeft in die tijd een lange weg afgelegd. De digitale wereld is razendsnel volwassen geworden; de uitdagingen die we zien zijn net zo hard meegegroeid. Het gaat allang niet meer alleen om het gebruiksvriendelijk maken van websites, apps en digitale producten. De vraagstukken zijn een stuk fundamenteler geworden. De digitale wereld wordt gedreven door de belangen van steeds grotere techbedrijven, die heel goed snappen hoe ze diensten en producten voor hun gebruikers om kunnen zetten in keiharde euro’s. Het duurzame, langetermijnbelang van mensen speelt voor hen geen of hooguit een minimale rol. De digitale wereld is koud, hard en zakelijk geworden. En dat doet ons pijn. Het is een groot contrast met hoe het internet ooit begon: het was een plek waar enthousiastelingen fijn en respectvol met elkaar omgingen. Een vrolijke omgeving waar je nieuwe dingen kon ontdekken. Ondertussen is het een wereld geworden waar je aandacht een product is voor het grootkapitaal. Een wereld waarin je continu verleid en zelfs misleid wordt.
Digitalisering of digitale transformatie wordt vrijwel nooit gedreven door menselijke behoeften: het gaat om efficiëntie, om geld. Het moet processen in de echte wereld goedkoper maken. Grote IT-projecten worden bekostigd vanuit de besparing die ze mogelijk moeten maken. Dienstverlening door mensen voor mensen wordt wegbezuinigd. Persoonlijk contact met de medewerkers van een organisatie is daardoor steeds lastiger. Mensen lopen tegen digitale muren aan, moeten het online maar uitzoeken – ook al lukt ze dat niet. Het is super ingewikkeld om voorbij chatbots te komen en iemand te spreken die jouw probleem ter harte neemt. Iemand die je écht helpt. Iemand die je ziet. Gewoon van mens tot mens.
Steeds meer mensen kunnen online hun weg niet vinden. En dat heeft allerlei redenen. Het kan zijn dat ze de vaardigheden niet hebben. Of omdat ze geen toegang hebben tot goed internet of nieuwe devices – niet iedereen kan zich de laatste iPhone veroorloven. Soms ligt de oorzaak bij een fysieke of mentale beperking, waar in het digitale kanaal geen rekening mee gehouden wordt. Voor een hele grote, diverse groep is het door onzorgvuldige en onmenselijke digitalisering steeds lastiger om autonoom en zelfredzaam deel te nemen aan de maatschappij. Er is een digitale kloof ontstaan, met aan de ene kant digitale haves en aan de andere kant digitale have-nots. En die kloof wordt elke dag groter: de haves gaan razendsnel vooruit, de have-nots blijven achter.
Als we kijken naar de staat van de digitale wereld, zien we een parallel met de vroege jaren 70 en de opkomende technologie van die tijd: de auto. Het ging goed in Nederland, steeds meer mensen konden zich een auto veroorloven. Er was een rotsvast vertrouwen in de kansen die dat voor de economie bood. Hele binnensteden werden platgegooid om plaats te maken voor onze vierwielers, bereikbaarheid ging boven alles. Maar dat had een keerzijde: door steden heel toegankelijk te maken voor auto’s, verdween langzaamaan de menselijke maat. Tot een journalist zijn zesjarige kind verloor bij een verkeersongeval. Zijn persoonlijke tragedie (en die van vele anderen) leidde tot de oprichting van de actiegroep ‘Stop de Kindermoord’. De groep zette zich fanatiek in voor verkeersveiligheid en de herinrichting van straten, om kinderen te beschermen tegen het toenemende autoverkeer. Deze beweging kreeg zo veel tractie, dat we er inmiddels de vruchten van plukken. Er kwam in het straatbeeld weer veilige ruimte voor fietsers en voetgangers. Daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt: in Nederland pak je voor korte afstanden meestal niet de auto. Dat scheelt een heleboel vierwielers op de weg.

De Nederlandse stedelijke infrastructuur behoort nu tot de beste van de wereld. Nergens zijn bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid zo goed in balans. In de meeste binnen- en buitenwijken in Nederland kun je zowel met de auto, het openbaar vervoer, te voet als op de fiets veilig en snel je weg vinden. Van de diepste binnenstad tot de kleinste dorpskernen, van landelijke gebieden tot industrieterreinen. Dat is geen toeval, maar het gevolg van decennialang bewust beleid. Er zijn vuistdikke handboeken vol richtlijnen en best-practices als het gaat om het aanleggen van infrastructuur, allemaal opgesteld vanuit de menselijke maat. Vanuit het uitgangspunt dat mensen fouten maken en zich niet vanzelf aan de regels houden. Wegen moeten daarom vergevingsgezind zijn én uitstralen hoe je ze moet gebruiken. De weg vertelt hoe hard je kan en voor wie die is. En er is altijd aandacht voor alle verkeersdeelnemers, groot en klein, sterk en kwetsbaar. Ook als je geen auto hebt, is Nederland prima te bereizen. Let er maar eens op, dan zie je het overal.
Het is belangrijk om te onthouden: de filosofie, de richtlijnen en het beleid rondom infrastructuur zijn er niet vanzelf gekomen. Ze zijn onder andere afgedwongen door burgers die in actie kwamen en daarna door mensen met een visie omgezet in richtlijnen en beleid. Bezoek een gemiddelde voorstad in een verder goed ontwikkeld buitenland en je weet hoe gelukkig we ons mogen prijzen.
We hebben samen de plicht om ethisch en verantwoord om te gaan met digitalisering.
We staan in de online wereld op een soortgelijk kruispunt als tijdens de opkomst van de auto. We gooien bestaande niet-digitale infrastructuur in hoog tempo plat. Alles moet wijken voor onze nieuwe digitale systemen en processen. Dat doen we in veel gevallen roekeloos, zonder goed na te denken over de gevolgen. We zijn al heel ver doorgeslagen. Al het moois dat digitale technologie de afgelopen tijd heeft gebracht, heeft een duistere keerzijde. Maar we kunnen het nog omdraaien. We kunnen nu nog in actie komen en een gezond, duurzaam fundament leggen voor de toekomst. De opkomst van de auto laat zien: als je alleen vanuit de economie redeneert, creëer je gevaarlijke situaties. Als je de menselijke maat voorop stelt, krijg je een fijne omgeving die voor iedereen werkt.
De essentie van ons werk is nooit veranderd: de digitale wereld menselijker maken. Maar zoals je net gelezen hebt, is de schaal wel veranderd. We staan voor hele grote uitdagingen. En om die uitdagingen beet te pakken, hebben we iedereen nodig. Iedere maker, ontwerper en beslisser in de digitale wereld. We hebben samen de verantwoordelijkheid en morele plicht om er iets mee te doen, om ethisch en verantwoord om te gaan met digitalisering.
Boek
Voor onze 25ste verjaardag brachten we een boek uit: ‘Weg van tech – Zoektocht naar de menselijke maat in een digitale wereld’. Hierin nemen we je mee in de digitale kloof, onze relatie met technologie en hoe we willen ontwerpen. We spraken met leiders, wetenschappers, kunstenaars, ondernemers én gewone Nederlanders over hun visie, idealen en zorgen.




In ‘Weg van tech’ laten we zien waar de uitdagingen liggen, maar vooral ook welke kansen we kunnen pakken. Want de weg van tech die voor ons ligt, biedt enorme kansen. Zolang we de menselijke maat maar in gedachten houden. Als we technologie inzetten om welzijn, gelijkheid en verbinding te versterken, kunnen we een toekomst creëren waarin innovatie de samenleving dient en niet uit elkaar drijft. Het is aan ons om de koers te bepalen.
Onze weg naar meer impact
In ons Valsplat Impact Rapport 2023 (pdf) geven we een kijkje in de keuken. Je ziet welke stappen we al gezet hebben, en wat we nog meer gaan doen.
