Je kent het wel: als je even niet oplet, kijk of scroll je zo een paar uur weg zonder erover na te denken. De online wereld is als fastfood: lekker in het moment, maar achteraf vraag je je af: was dit echt nodig?
Technologie wordt vaak ongezond en overmatig gebruikt. En dat is niet gek: veel online diensten en producten worden doelbewust verslavend gemaakt. Kennis uit gedragswetenschap en overtuigingsprincipes worden toegepast om zo veel mogelijk van je tijd, geld en aandacht te pakken.
Als ontwerpers willen we daar wat aan doen. Samen met jou, samen met onze klanten. We voelen een grote verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan met de fysieke en mentale gezondheid van gebruikers van digitale technologie. Maar hoe precies? Hoe tackelen we dit giga probleem? Hoe kunnen we onze relatie met online weer wat gezonder maken?
Is de app gratis, dan ben jij het product
Zoals we al zeiden: slimme ontwerpers bij grote bedrijven zijn elke dag bezig om hun dienst of product zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Een goed (en voordehandliggend) voorbeeld hiervan zijn gratis apps, zoals Instagram, TikTok en Candy Crush.
De Instagrams, TikTok’s en Candy Crushes van deze wereld verdienen aan adverteerders. Dus het is belangrijk voor ze om jou zo veel mogelijk tijd op hun platform door te laten brengen. De rekensom is simpel: hoe langer je online bent, hoe meer advertenties je ziet, hoe meer je met advertenties interacteert, hoe meer zij verdienen. Jouw tijd en aandacht leveren geld op.
De rekensom is simpel: hoe langer je online bent, hoe meer advertenties je ziet, hoe meer je met advertenties interacteert, hoe meer zij verdienen.
Om mensen zo lang mogelijk op hun platform te houden, worden allerlei trucs toegepast. Het is tegenwoordig best makkelijk om iets te maken dat ultra verslavend is. Zeker als je mensen pakt op een kwetsbaar moment. Als ze even online gaan gamen, of als ze op social media zitten. Dat zijn de momenten dat je jezelf ‘uitzet’, dat je probeert te ontspannen. Je bent niet op je scherpst. Je bent op zoek naar vermaak. Het is kwalijk dat bedrijven complete teams met afgestudeerde psychologen hebben zitten om van die zwakke momenten gebruik te maken. Dat algoritmes getraind worden om jou precies dat dingetje te laten zien waarvan de kans het grootst is dat je erop klikt.
Dit soort gratis apps zou verboden moeten worden. En dan hebben we het niet over een weer- app, een liniaal-app, of een stopwatch – het gaat om gratis apps van grote bedrijven die de tijd en aandacht van mensen, zonder dat ze zich daar bewust van zijn, als product gebruiken.
Gratis apps zouden verboden moeten worden.
Naast het voordehandliggende voorbeeld van Instagram en TikTok, zijn er zat andere voorbeelden te noemen van trucjes die worden toegepast om mensen ongezond veel tijd online door te laten brengen. Het zijn voorbeelden die misschien net wat subtieler zijn:
- Autoplay op YouTube. Na elke video ga je automatisch door naar de volgende, waardoor je langer kijkt dan je eigenlijk zou willen.
- Gratis games als Candy Crush. Je kunt ze niet uitspelen, maar ze ‘belonen’ je wel continu met kleine dopamine shots als je iets wegspeelt.
- Streaks op Snapchat. Elke dag dat je met iemand interacteert telt je streak op. Sla je een dag over, raak je dus iets kwijt. De ontwerpers van Snapchat weten heel goed op welk psychologisch principe ze inspelen hier: loss aversion.
Waarom is het eigenlijk een probleem, zo veel online zijn?
Je kan je afvragen: wat maakt het nou uit dat we veel tijd doorbrengen in de online wereld? Wat maakt het uit dat ik het product ben? We lichten drie redenen voor je uit.
#1 Het maakt ons niet gelukkig – integendeel
Als je uren hebt gescrold of een serie hebt gebinged, ben je over het algemeen niet blij met de tijd die je hebt besteed. Als je terugkijkt, denk je: had niet gehoeven. Uiteindelijk word je er niet gelukkiger van als je eindeloos veel van je tijd besteedt aan verslavende digitale producten of diensten. En dat is logisch: het zijn korte termijn beloningen, maar het doet niks met de dingen waar je als mens op lange termijn gelukkiger van wordt: relaties opbouwen, ergens goed in worden, iets nieuws leren, wat langer over dingen nadenken.
Veel digitale technologie doet niks met de dingen waar je als mens op lange termijn gelukkiger van wordt.
#2 We kunnen ons slechter concentreren
De aandachtspanne van mensen wordt steeds korter. We raken sneller afgeleid. We pakken onze telefoon gedachteloos op en beginnen te scrollen. Dat gaat ten koste van focus, van diepe concentratie – en dat is precies wat je nodig hebt om ergens beter in te worden, om iets nieuws te leren, om iets waardevols op te bouwen. Het vermogen om dat vol te houden, verdwijnt steeds meer. We leren het af. Dat komt voor een deel door hoe social media, games en andere digitale producten ons ‘getraind’ hebben: we zijn gewend elke paar minuten een nieuw dopamine shotje te krijgen.
We zijn gewend elke paar minuten een nieuw dopamine shotje te krijgen. Dat gaat ten koste van focus, van diepe concentratie.
#3 We worden steeds onzekerder
In de digitale wereld krijgen we telkens een beloning, een instant reward, veel vaker dan in de echte wereld.
Neem het onderwijs: rekenen en taal leer je met een digitaal product. Elke keer dat je een kleine opdracht goed doet, krijg je een digitaal schouderklopje, een beloning, een succesmuziekje. Het hele idee dat je aan een werkstuk werkt, daar meerdere dagen in investeert, en daarna pas hoort of je het goed hebt gedaan – dat bestaat bijna niet meer. Doordat kinderen zo gewend zijn aan constante validatie en beloning, worden ze onzekerder in het echte leven. Jezelf aan het werk houden, jezelf belonen, vanuit intrinsieke motivatie dingen doen – dat wordt steeds ongebruikelijker, en daarmee moeilijker. Daar moeten we als ontwikkelaars van digitale technologie bij stilstaan. Die constante beloning is lang niet altijd goed, ook al doe je het met de beste intenties.
Jezelf aan het werk houden, jezelf belonen, vanuit intrinsieke motivatie dingen doen – dat wordt steeds moeilijker.
Hoe gaan we dit oplossen?
Het spreekt voor zich:het creëren van een gezonde relatie met digitale technologie gaat niet over één nacht ijs. Het is een flinke kluif. En we moeten het samen fixen.
De overheid heeft een taak
Allereerst heeft de overheid een grote taak. Het gezonder maken van de online wereld is een reguleringsvraagstuk – maar regulering is er op het moment amper. Er is wel wetgeving in de maak, (met name) om kinderen online te beschermen. Dat duurt alleen lang. Het wetgevingsproces is traag. We kunnen dat zo veel mogelijk aanjagen, het op de agenda proberen te zetten, maar we moeten er vooral ook zelf mee aan de slag.
Ontwerpers en ontwikkelaars hebben een taak
Als makers van online diensten en producten weten we van alles over patronen waarmee je mensen kan overtuigen. We kunnen gebruikers vrij makkelijk een kant op sturen. Dus we moeten onszelf altijd afvragen: ben ik iets aan het ontwerpen dat vooral goed is voor de portemonnee van mijn opdrachtgever? Of ben ik iets aan het doen wat bijdraagt aan het welzijn van de eindgebruiker, en niet alleen voor de komende vijf minuten, maar voor de rest van zijn of haar leven? En wat doet het voor de maatschappij? Is het goed op de lange termijn? Deze vragen moeten centraal staan – in al het werk dat we doen, in elk project. Het creëren van gezonde technologie moet een vereiste zijn, een ontwerpprincipe. Dat betekent ook dat je soms harde keuzes moet maken, dat je klanten uitsluit. Wij werken bijvoorbeeld niet voor de online gokindustrie.
Ben ik iets aan het doen wat bijdraagt aan het welzijn van de eindgebruiker, en niet alleen voor de komende vijf minuten, maar voor de rest van zijn of haar leven?
Een gezonde digitale wereld kunnen we alleen samen bouwen: ontwerpers, ontwikkelaars, bedrijven die producten en diensten op de markt brengen. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid – dus laten we die ook pakken.